schrijven

Er waren mensen die zich ongerust maakten over ‘t gerucht dat ik mogelijk zou stoppen na m’n verjaardag. Ik heb wel ‘ns geïnsinueerd ‘t te overwegen, & dat dan te plannen zo rond deze datum, na de 100e dag van ‘t jaar. Onterecht was dit vermoeden dus niet.

Vooralsnog zal ik niet stoppen. Ik ben afhankelijk geworden van ‘t medium. Was ik 1st verslaafd aan alle aspekten van ‘t webloggen, momenteel bestaat vooral de noodzaak tot schrijven & gelezen worden. De dag kan niet voorbij gaan zonder in ieder geval 2 of 3 stukjes geschreven te hebben. Van enige kwaliteit, naar m’n eigen standaard.

Ik was in m’n jeugd vast van plan schrijver te worden. Onder invloed van de vervoering die sommige schrijvers me konden bezorgen. Later zou ik die vervoering zelf bij anderen willen veroorzaken.
Ik schreef dagboeken. Zogenaamd voor mezelf, maar bij alles wat ik op papier zette, hield ik rekening met de mogelijke toekomstige lezer. ‘t Moest daarom mooi; ik moest m’n best er op doen. Wat resulteerde in bombastisch gezever, grootse uithalen van emotioneel zelfbeklag & om aandacht schreeuwende volzinnen met zero inhoud.
‘t Waren pogingen me ‘t schrijven eigen te maken. & Eigenlijk gingen ze me helemaal niet slecht af, want ik merkte dat ik in ieder geval met woorden kon omgaan. Dat is niet iedereen gegeven, merkte ik later.

Ik liet ‘t lezen aan goede vriendinnen. Mijn publiek. Een klein publiek, maar wel publiek dat me de moed er in deed houden.
‘Goh, ik heb nu pas ‘t idee dat ik je ken.’
Of: ‘Moet je mee doorgaan, Ton.’
Of: ‘Zoals je dat geschreven hebt, voelde ik ‘t ook.’

Op een gegeven moment had ik waarschijnlijk geen vriendinnen aan wie ik ‘t onbekommerd kon laten lezen, want plots ben ik ermee gestopt. Durfde niet meer; angst voor nog meer bombastiek had er mee te maken.
Slechts tijdens vakanties nam ik de moeite m’n zieleroerselen weer in schriften of notitieboekjes neer te pennen. Nu vooral op tragische toon, want steeds geplaagd door voortijdige heimwee & daaruit voortvloeiende zelfmedelij. & Dat bovendien zonder publiek.

Nu heb ik m’n weblog. Alles wat ik schrijf kan ik direkt publiceren, & kan vervolgens direkt gelezen worden. Ik schrijf & ik heb publiek. & Eigenlijk ben ik wel tevreden met ‘t publiek wat ik nu heb. Nog steeds is ‘t niet veel, gemiddeld 40 unieke bezoekers per dag voor gemiddeld 3 stukjes per dag, maar publiek dat regelmatig terug blijkt te komen.
Aan de andere kant: hoeveel mensen kunnen zeggen een dagelijks lezerspubliek van die grootte te hebben, louter dankzij ‘t meedelen van persoonlijke gevoelens, herinneringen & belevenissen?

We zijn tevreden met wat we nu hebben in Zijperspace.

kado’s

Na een uur dommelend voor ‘t beeldscherm te hebben gehangen heb ik een besluit genomen.

Ik zet de cd van Boards of Canada aan, ga in m’n hoogslaper liggen, gehuld in ‘t t-shirt van Brouwerij Cantillon. M’n hoofd vlij ik op ‘Poëzie om te kussen’, waarop een kort gedicht van Bert Schierbeek. Ik ga zo liggen dat m’n hoofd geen moeite hoeft te doen de teksten in de HP/de Tijd of de gedichtbundel ‘Vier manieren om op iemand te wachten’ van Joke van Leeuwen te kunnen lezen. Voor koffie-likeur of bier lijkt ‘t me nog iets te vroeg, Mikado lijkt me geen prettige bezigheid in bed, maar een cursus handlezen is wel een optie. Verder moet ik m’n gedachten maar ‘ns laten gaan over waar te zaaien & waar te planten in de tuin.

Optimaal genot van verworvenheden in Zijperspace.

nadat

‘t Onvoorstelbare gebeurde: ‘t bier ging op. Dat is: 2 fusten van 30 liter. Specifieker: Paas-IJ van 7% & Christoffel Blond van 5½%.
Terwijl ik andere jaren nog een week lang kon nagenieten van de biertap in huis, heb ik dit jaar de mensen nog voor 12-en uitgeleide moeten doen.
Dat laatste vond ik niet zo erg, want toen kon ik tenminste bijkomen van een ½e dag schoonmaken & een ½e dag heen & weer rennen tbv de gasten.

Minder tevreden ben ik over ‘t vroege ontwaken hedenmorgen. ‘t Zou de bedoeling moeten zijn dat men de dag na de verjaardag uitslaapt, vooral als ten behoeve daarvan een vrije dag opgenomen is. Nee: klokslag ‘t moment dat ik normaliter ontwaak, ben ik klaarwakker & zie ik mij geconfronteerd met een huis vol vieze glazen.

We gaan 1st maar ff met de kadootjes spelen in Zijperspace.

visite

Als er ook maar enigszins wat beweegt, krijg ik ‘t op m’n heupen. Ik schrik me over ‘t algemeen rot, m’n lichaam reageert licht spastisch & een tijd lang gaat er een rilling over m’n rug.
Nu ‘t een spierwitte & donzige verschijning is dat plots onder de schutting door komt kruipen, verontrust ‘t me geenszins. ‘t Is dan ook wel een wel zeer vertederend, tot vertroetelen uitnodigend klein konijntje.

Ik heb ff bij de buren aangebeld. Gevraagd of zij een konijn hadden, die wellicht uit z’n kooi was ontsnapt. Daarna met z’n 3-en in de achtertuin ‘t beestje zitten bekijken. Gissend waar ‘t vandaan zou komen.
‘Misschien wel bij Charita, die had ook konijnen voor d’r kinderen.’
”t Ziet er wel uit als een konijntje dat nog maar net uit de dierenwinkel komt.’
‘Oja, dat kan je zien,’ lach ik m’n buurman toe.
‘Ja, er hangt vast nog een prijskaartje aan.’
Zulke visite is in ieder geval goed voor ‘t contact met je buren, bedenk ik me. Vooral als ze gedurende ‘t gesprek bedenken dat ‘t je verjaardag is.
‘Gefeliciteerd. Ik moet nog ff kijken wanneer ik langs kom. Misschien vanmiddag, maar ‘t zal wel in de avond worden.’
‘Maakt niet uit. Kom maar wanneer je zin hebt.’
‘Je hebt in ieder geval je 1e visite.’

De zon weerkaatst wit, spierwit in Zijperspace.

dankwoord

Gericht aan Luuk, vanwege felicitaties.

Ja, goed hè, dat ze dat van ons gejat hebben, die No More Heroes. Kan je nagaan hoe we in de gaten worden gehouden, wij weblogs, door een internet-bedrijf nog wel.
Dat nr wat nu bij mij op de achtergrond draait wordt binnenkort vast ook een grote hit (plak in ieder geval de tekst ergens bij me op de muur :-)).
Maar gek eigenlijk: momenteel staat Debussy te drammen bij mij op de achtergrond. ‘t Wordt een hele andere verjaardag dan voorgaande, heb ik ‘t vermoeden.
Ik hoop dat je evengoed een fijne dag hebt, zo zonder mijn verjaardag.
(de groeten aan je moeder)
Overigens niet te veel gebruik maken van de wijsheid dat ‘t leven pas na bepaalde leeftijd begint; daar wordt je nl zelf snel oud van.
Dat heb ik altijd zonde gevonden. Ouder worden mag wel, maar er mag geen haast achter zitten.

Luuk, ik groet je vriendelijk terug, namens iedereen hier in Zijperspace.
PS: Tuurlijk is ‘t toeval. Maar toch vreemd dat mijn felicitatie bericht nr 440 is in Zijperspace. & Dit bericht nr 880. Luuk werd 19, & ik ben nu 38 geworden. Toch?

afkicken

Ik heb ‘m vorige week ook al eens voorbij zien fietsen. Had ‘m daarvoor nog nooit eerder op ‘n fiets gezien. ‘t Was toch echt Westmalle. Rijdend tegen de richting van ‘t verkeer in. & Weg van de alcoholisten & junkies voor de Albert Heijn.
De volgende dag was-ie zeer kort bij me binnen. Te kort om ‘m echt te spreken. Te kort om zijn verhalen, z’n spraakwatervallen aan te horen.

Vandaag zet hij z’n fiets tegen de fusten buiten. Loopt onmiddelijk naar de plek waar-ie altijd naartoe ging.
‘Ja, je ziet me niet meer zo vaak. Ik mag van mezelf ook niet meer zoveel drinken. Hooguit 3 per dag. & Ik heb er al 2 gehad vandaag.’

Terwijl ik met ‘m afreken, praten we verder.
‘Hoe gaat ‘t met je?’
‘Gaat goed hoor. Stukken beter. Afgelopen zaterdag heb ik voor ‘t laatst gebruikt.

Ik moet de hele tijd in m’n hoofd houden wat ik aan ‘t doen ben. Nu is m’n vriendin de stad uit. Ze heeft een tijdelijke baan in Den Haag. Maar je verzint elke keer een reden.
Je moet er ook naar luisteren. Je moet voelen wat je voelt. & Dat gevoel moet je een naam geven. De ene keer ben je boos, dan weer ben je verdrietig, of je bent verliefd. Je voelt elke keer wat. Maar dat gevoel moet je een naam geven, want dan weet je waar de behoefte vandaan komt.’
‘Ga je dan niet naar ‘t Jellinek?’
‘Nee, dat gaat tóch niet. Is ook niet leuk hoor. Dan zie ik m’n vriendin een hele tijd niet meer. Je zit intern & je mag niets & je moet overal aan voldoen. Bovendien moet ik m’n schulden proberen te saneren.
& ‘t Gaat nu hartstikke goed met m’n vriendin. We maken geen ruzie & zo. Dat is zó goed als je lichaam ‘t weer normaal doet. Ik kan weer nuchter reageren. Want ik zat altijd onder invloed. Je bent toch een ander persoon als je gebruikt. Als je niks gebruikt ben je totaal iemand anders.

Ik moet wel zorgen dat ik een andere invulling krijg. Ik was de hele dag bezig met m’n drugs. Je ziet de hele tijd mensen die er ook de hele dag mee bezig zijn. Dus ik moet de mensen voor de Albert Heijn zo min mogelijk zien. Daar een vervanging voor vinden. Voor alles wat ik deed moet ik een vervanging zien te vinden.
Ik was verslaafd aan methadon, heroïne, bier & af & toe nam ik ook wat pilletjes. Ik dronk vaak 12 bier per dag, kwam ik bij jou halen. & Ondertussen gebruikte ik de rest ook nog. Daar moet ik allemaal vanaf zien te komen. Een andere bezigheid voor zien te vinden.
Ik kan nu bijv plots veel koffie drinken & ik kan soms niet stoppen met eten & snoepen. Dat kan geen kwaad, want er kan best wel wat bij. Maar ik moet wel bewust zijn van wat er gebeurt.

Je moet ‘t zien als een avontuur. ‘t Is nl best wel moeilijk dat afkicken. Je bent de hele tijd met jezelf bezig, je bent bezig met een ontdekkingstocht naar jezelf. Best interessant, hoor. Zoveel dingen in je lichaam die iets zeggen, die je dingen over jezelf laten weten.
Je moet ‘t eigenlijk zien als een uitdaging.
Dat klinkt nu allemaal als wijze woorden, maar ‘t is allemaal logisch. Kijk, ik wil ervan af, maar ik moet er wel aan wennen. Elke keer zegt m’n lichaam dat ‘t iets wil. Dan moet ik weten waar dat vandaan komt & waarom ‘t daar zit. Als ik dát weet kan ik besluiten wat ik wil. Maar dan moet ik wel 1st weten wát daar zit.

Als ik zou weten hoe ik moet afkicken dan zouden ze een film van me moeten maken. Zou ik een boek moeten schrijven. Dat boek zou goed verkopen, man.’

‘t Zou in ieder geval een bestseller worden in Zijperspace.

oké

Ik heb ze getest. Beiden. Iemand moet ‘t doen, zeg ik altijd.
‘t Is in orde. Men kan ‘t met gerust hart morgen tot zich nemen. Want men zal zien dat ik dan, ondanks de proefondervindelijke ondernemingszin van vandaag, toch aanwezig zal zijn.

‘t Bier is weer goed in Zijperspace.

jarig

Mocht ‘t tot nog toe aan u voorbij zijn gegaan (ik hoor enkele broers schaterlachen op de achtergrond): morgen, 10 april, ben ik jarig (inderdaad: alweer 38 jaren). Dat vier ik tussen 15.00 & 22.00 uur. Thuis, zijnde ‘ergens’ te Amsterdam.
U bent uitgenodigd te komen helpen bij ‘t legen van de 2 fusten bier (‘t lukt me niet alleen).
Er zullen in ieder geval 2 webloggers aanwezig zijn; 2 anderen komen misschien. Een mini-meeting hebben we dus al.

Kunt u ‘ns gewaar worden aan welke krachten men onderhevig is in Zijperspace.

broek

Ik heb een groene broek aan. Een wijde. Zoals ooit een jongen aan had op een foto in de Volkskrant. Voorpagina van ‘t Vervolg, geloof ik.

Natuurlijk is ‘t niet precies de broek die die jongen droeg. Mijn broek hangt niet zoals bij hem. Want bij hem kon je de bovenkant van z’n boxershorts zien. Die zal men bij mij nooit zien.
Ik hou niet van dat boxershort-gevoel. Bij mij zal je dus ook nooit de bovenkant van de boxershorts kunnen zien. Ook al hangt mijn broek.
Zoals de afgelopen weken. Ik was na m’n griep veel magerder dan de tijd ervoor. Mijn broek hing daardoor op m’n heupen; de gaatjes van m’n riem waren niet toereikend voor die taille.
Afgelopen weekend heb ik de riem aangepast door een gaatje xtra te creëren.

Die jongen was groot. Tenger, maar fors tegelijk, begreep ik uit een documentaire. Eigenlijk begreep ik dat ook al dankzij de foto in de Volkskrant.
Die documentaire kwam veel later. Men had begrepen dat die jongen wel bijzonder was. Dat-ie niet alleen een goede drummer van een hardcore-band was. Dat-ie niet alleen bijzonder was omdat-ie zelfmoord had gepleegd. Die jongen was bijzonder. Hij had een verhaal.

Die jongen had een hele mooie groene broek aan, vond ik toen ik z’n foto in de Volkskrant zag. Dat was een broek die precies bij mij paste. Doordat ik de broek mooi vond ben ik ‘t artikel gaan lezen.

Nav de documentaire zag ik ‘m in ‘t bos zitten. Met een lege fles drank naast zich. Met een dood hoofd.

Ik heb een mooie broek aan. Een groene.

Er zitten wel wat lelijke vlekken op, vindt men in Zijperspace.

rinkelen

Ik herkende met gemak ‘t lichte getik van ‘t vallende dubbeltje. & Ook ‘t doffe geklonk van de stuiver. ‘t Kwartje stuiterend op de vloer was geen vreemde voor me. & Bij ‘t schudden van een zakje guldens wist ik wat ik in m’n hand had. De rijksdaalder klonk zwaar, licht melodieus zelfs; was ook van alle andere munten te onderscheiden.

Ondertussen ben ik ruimschoots gewend aan de verschijning van €-munten: 5 dagen in de week werk ik er mee, die andere 2 gebruik ik ‘t als consument. In 1 oogopslag zie ik ‘t verschil tussen munten met lagere waarde dan 1 € & die van meer. & Ook aan de grootte-verschillen zijn m’n ogen inmiddels gewend.
Om me te realiseren hoeveel geld ik uitgeef bij aankoop van luxe-goederen, of hoeveel salaris ik ontvang aan ‘t eind van de maand, zie ik me nog altijd genoodzaakt ‘t bedrag te vermenigvuldigen met 2,2. Dan besef ik me weer wat ‘t waard is.
Ter illustratie van ‘t nog niet beseffen van de waarde: ik heb tegenwoordig eerder € 100,- op zak, dan € 50,-. Terwijl ik vroeger 100 gulden toereikend achtte.

Ik kan met voorgaande aspekten van ‘t gebruik van de € niet zitten. Dat zal een geleidelijk gewenningsproces zijn. Misschien gaan er wel jaren overheen voordat de gewenning volledig is. Daar hield ik voor de introduktie rekening mee.

Maar dat geluid, dat geluid is verdwenen.
Als iemand een muntje liet vallen, wist ik gelijk wát er viel: ‘Ach, ‘t is maar een duppie.’
Moest ik de kassa vullen, dus de zakjes kleingeld daarin legen, wist ik bij ‘t rammelen welk zakje in welk vakje geleegd moest.
Dat is niet meer. Er vind geen 1duidig gerammel plaats, waardoor vergissing niet mogelijk is. ‘t Rammelen van de zakjes levert een geluidsworst op: alles klinkt ‘tzelfde. ‘t Stuiteren van een muntje op de grond kan betekenen dat ‘t eender welk muntje uit de hand geglipt is. Slechts 1 & 2 cent kunnen hierin herkend worden, maar juist die zijn in dat geval niet interessant.

‘t Geluid van de €-muntstukken mist karakter. Er is geen onderscheidend geluid die elk munt uniek maakt. Geen trilling der metalen doet de oren spitsen.

Ik tr€m ‘t gemis van mooi gerinkel in Zijperspace.