bobbel

Er zat vanochtend een bobbel in m’n buik. ‘t Voelde in ieder geval zo. Als ik er naar keek, of als ik poogde m’n hand er over te laten glijden was ‘t er niet. Op momenten dat ik onnadenkend voorover boog opeens wel. Als een kleine opgeblazen ballon.

Ik ken m’n darmen ondertussen wel. Ik weet hoe ze door m’n lichaam lopen & waar ze ‘t liefst samentrekken. Al vaak genoeg heb ik gedacht dat ik dood zou gaan, omdat ik die ene bocht in m’n darmen over ‘t hoofd zag. De bocht die in de buurt van ‘t hart komt, waar zich ook veel opstoppingen voor kunnen doen. Waardoor ‘t lijkt alsof je pijn in je hart hebt, terwijl ‘t slechts een kleine ophoping in de bewuste bocht is. Een mens heeft veel darm, trouwens. Veel te veel, heb ik wel ‘ns gedacht.

Die bobbel in m’n buik leek niks met m’n darmen te maken te hebben. Dacht ik eigenwijs.
Ik ging naar de wc & dacht dat ‘t wel over zou zijn daarna. Na de stoelgang bukte ik me om iets van de grond op te rapen. De bobbel zat er nog steeds, merkte ik toen.
‘Ik moet weten wat ‘t is,’ ging ‘t door m’n hoofd. ‘Als ik weet wat ‘t is, hoef ik me niet meer ongerust te maken.’

Ik heb ook ervaring met dit soort gedachten. Rond de tijd dat ik m’n darmen beter leerde kennen, had ik vaak dit soort gedachten. Ik moest precies weten welke beweging, geluid, steek etc in m’n lichaam waarvoor stond. Alles wat niet logisch anatomisch verklaarbaar was, zou een aankondiging zijn van mijn waarschijnlijk vroege dood. Anders een zeer ernstige slepende ziekte. Ik maakte me zodoende altijd zorgen.
Als je je zorgen maakt, kan je last krijgen van je darmen, kwam ik later te weten.

Ik ging in m’n relax-stoel zitten. Die heeft z’n naam al enkele malen waardig getoond, behalve dan op momenten dat ik er op in slaap viel. Da’s echter een ander verhaal.
Ik pakte er een boek bij. Dat doe ik de laatste tijd nl bij bijna alle handelingen. Nu kwam ‘t helemaal goed uit, want in m’n relax-stoel lees ik veel.
Ik ging m’n lichaam voelen. Kijken waar de bobbel zat.

Darmen kunnen verschrikkelijk veel lawaai maken. ‘t Kan zo krachtige borrelen aldaar, dat je met schaamrood op je kaken denkt je te moeten xcuseren tegenover je buurvrouw (idealiter zijn dat bij mij buurvrouwen). Meestal zijn dat dan ook spastische darmen. Zo wordt dat genoemd. De gastro-enteroloog vertelde me dat ‘t toch bekend stond als een vrouwenkwaal. & Die gastro-enteroloog weet alles over darmen, ontlasting & wat meer zoal in kontakt staat of ‘t resultaat is van de darmen. Hij moet dus ook weten wie er meer last heeft van dit soort verschijnselen. Vrouwen, wist hij me dus te vertellen.

Ik zat nog maar net & m’n darmen begonnen zich te roeren. Lekker ouderwets, zoals ik ‘t al jaren niet had meegemaakt. Ik kreeg ook een kleine steek bij m’n hart. Dat deed me deugd. Want die gastro-enteroloog had me ook uitgelegd waar de darmen zitten. Dat verhaal gold voor mannen & voor vrouwen.
Een goede gastro-enteroloog houdt ervan om te kijken wat er zich zoal in je ontlasting afspeelt. Hij maakt daarbij geen onderscheid tussen mannen & vrouwen. Daar kon ik in mee gaan. Hij wilde ook graag met een camera in m’n darmen kijken. Moest ik een dag nuchter zijn. & Dan zou ik bovendien een klisma krijgen.
Toen ben ik uit gaan zoeken waarom ik last van m’n darmen had. ‘t Komt vaak door stress, had die gastro-enteroloog me verteld; vooral vrouwen stoppen hun stress in hun darmen. Als ik ergens stress van kreeg, dan was ‘t wel die klisma. De andere stress in m’n leven heb ik meteen ook afgezworen, bij ‘t belletje dat ik toch niet voor dat camera-onderzoek wenste langs te komen.

Er zit nog steeds een bobbel in Zijperspace; we laten ‘m daar zitten.

kijken

Ooit zei een vrouw dat er altijd gedacht werd dat slechts vrouwen er last van hadden. Dat dachten ze, dacht ik; mannen kunnen ‘t vast beter. Zoals mannen vele dingen beter kunnen. Mannen kunnen alleen niet ongesteld worden. Dus hebben ze er geen verklaring voor. Waardoor ‘t beter weggestopt kan worden.

Onzinnig zat ik te zitten voor de tv. Dat doe ik niet vaak meer. Tv is verleden tijd. Hoewel ik laatst bijna een breedbeeld had aangeschaft. Bijtijds mezelf ervan weerhouden. Want tv is verleden tijd. Wist ik nog.
Maar toch zat ik voor de tv. Ik had ‘m aangezet, per ongeluk op de juiste zender. Mooie muziek weerklonk; muziek die ik grotendeels op cd heb. Maar dan live. Live op tv. Met de gebroeders Coen op de 1e rij als publiek. Ik zat naast hun, maar dan beter.

Zusje Cox had een wondermooie stem. & ‘t Leek net alsof ze tranen in haar ogen had. ‘t Kon ook zo zijn dat haar dikke wangen dat effekt veroorzaakten. Tranen in haar stem deden zich gelden door golven in ‘t timbre. Hoor je niet zo vaak. Hoor je ook niet op de cd. Ik zag alleen maar die tranen. Terwijl haar vader er naast stond. Niemand die iets zag in de zaal, ook haar vader niet. Ik zat op een speciale plaats, dankzij Pennebaker, Hegedus & Doob. Waarschijnlijk hadden die ‘t ook niet gezien. Was ik de enige.

‘t Is zo’n onzinnig iets, doelloos zitten zitten voor de tv. & Nog geëmotioneerd raken ook. Om niks. Denk ik dan.
Misschien was ik wel niet geëmotioneerd. Moest er gewoon wat vocht uit.
Ik keek verder naar de zusjes Peasall, die allemaal prachtige sproeten op hun gezicht droegen, grote zus lachend trots de grootste zijnd, de kleintjes schel, niet wetend van enig publiek behalve ouders. Ik keek naar Gillian Welch, stem op slepend & toch onschuldig. Alison Kraus, een koor overstemmend; ik wist niet dat dat kon.
Ik hoorde ‘t allemaal.

‘t Kan toch moeilijk zo zijn dat ik treurig zat te kijken omdat de muziek per ongeluk mooi was, vroeg ik me af..
Onzin. Ik ging dus weer door met zitten zitten kijken. Vooral niet aangedaan.

Er wordt gezocht naar een onzinnig afwateringskanaal in Zijperspace.

wreken

Wreekt uzelven niet, beminden, maar geeft den toorn plaats; want er is geschreven: Mij komt de wraak toe; Ik zal het vergelden, zegt de Heere.
(Romeinen 12)

Wraak. Op wraak zin ik.
Ik zou de kinderen van taxi-chauffeur Samane willen weglokken, wegbergen & pas dagen later weer vrijgeven. Als hij ‘t bedrag van de voorvork van m’n fiets & z’n valselijke opgave van zelf geleden schade aan mij heeft overhandigd. Niet om ‘t geld. Om hem te laten voelen wat onrechtvaardig is. Veel voelen.

Ofschoon de onderdrukker de schade des konings geenszins zou kunnen vergoeden.
(Esther 7)

Ik fantaseer dat ik z’n brievenbus in lichterlaaie zet. Waarna ik een schrijven in ‘t lege zwartomrande hulsel van zijn bodes achterlaat.
‘Bij deze zweer ik dat u binnenkort slechts de waarheid, niets dan de waarheid, al de waarheid zult durven spreken.’

Of ik zal een aktie-groep starten. Een zwartboek beginnen over misdragingen van taxi-chauffeurs. Waarin Dhr Samane als voorwoord wordt gebruikt. Alles online. Alle namen van taxi-chauffeurs online met hun gedragingen, misdragingen. Hun clanvorming, hun mafioos gedrag. Hun paniek om eigen portemonnee, hun verdraaiing van de waarheid, hun uitzuigen & besodemieteren van klanten.

Waarbij de gegevens (Mercedes 400 D; RP-48-TB; 0611397039) van Dhr Samane als 1e geplaatst zullen worden.

Mijn mond zal Uw gerechtigheid vertellen, den gansen dag Uw heil; hoewel ik de getallen niet weet.
(Psalmen 71)

Maar ik werd bedreigd. Ik moest een paar tikken in m’n gezicht hebben, zei een vriend van de taxi-chauffeur. Ik wilde niet getroffen worden, dus ik riep keihard. Ik schreeuwde ‘t hele terras naast Krasnapolsky wakker.

Een held schijnt iemand te zijn die zijn principes boven de dood stelt. De meeste helden zijn dan ook dood of aan de bedelstaf & voor hun principes zijn monumenten opgericht waar je ‘s nachts tegenaan kunt plassen.
(Arnon Grunberg; ‘De mensheid zij geprezen; lof der zotheid 2001’)

& Via de verzekering, via ‘t schade-formulier weet Dhr Samane mijn adres. Via internet zal-ie weten waar mijn huis woont.
Hij weet ook ‘t adres van de mensen die plots aanwezig waren bij ‘t ongeval. Onderling weten zij allang van waar elkanders huis woont. Die mensen die plots precies wisten wat er gebeurd was. Hij zou ‘t ze later wel uitleggen, maar ze wisten ‘t al, want ze waren er toch voor hem. Hij kon hun namen meteen opschrijven voor ‘t proces-verbaal. Dat wist hij al.

& Dhr Samane moest vooral zo snel mogelijk m’n telefoon afpakken & weggooien. Zodat ik niet de politie kon bellen. Zeiden deze vrienden van Dhr Samane.

Ja, hun ongeluksdag is nabij, wat voor hen bestemd is, nadert snel.
(Deuteronomium 32)

Ik zal geduld hebben. Ik zal mijn dagen wachten. Mijn uren, mijn weken, mijn maanden. Mijn jaren zullen mij slijten, Dhr Samane ook. Hij zal vergeten, teren op gewonnen goederen, gewonnen gelden, & achteloos achterover hangen. Maar dan, juist dan, als hij niet verwacht.

Verblijdt u in de hoop. Zijt geduldig in de verdrukking.
(Romeinen 12)

Ook al is dat slechts in Zijperspace.

aggressie

De enveloppe, die op de ‘s ochtends vroeg op de deurmat ligt, doet al ‘t vermoeden bij me ontstaan dat ‘t van die taxi-chauffeur afkomstig is. Die vent die plots midden op de Dam moest keren & daarbij geen rekening hield met ‘t andere verkeer. & Zeker niet met mij. Die al snel wat vriendjes om zich heen had verzameld, die bedreigingen mijn kant op uitten & schreeuwden dat ze wel zouden getuigen. Terwijl ze niets gezien konden hebben, want ze kwamen pas enkele minuten later aan. Die vent die op ‘t schadeformulier doet voorkomen alsof hij stilstond & zich op een andere plek bevond dan feitelijk ‘t geval was.
Ik word door z’n verzekeringsmaatschappij verantwoordelijk gesteld. Of ik de papieren zo snel mogelijk in orde wil maken.

Ik voel slechts woede: dat zo’n maffioos taxi-chauffeurtje gewoon in ‘t gelijk gesteld kan worden. Ik wil er ff geen aandacht aan besteden. Nog genoeg andere dingen te doen vandaag. Waaronder m’n ticket voor m’n vakantie regelen.
Ik pak een boek, zodat ik wat te lezen heb tijdens de lange wachttijd die er rond dit tijdstip altijd zijn bij de internationale reisboekingen op ‘t NS-station.

Na afloop rijd ik over de grachten om wat boodschappen te doen. Ontspannen: zo’n boek meenemen is essentieel bij zo’n lange wachttijd. Vergeet je de tijd. & De rest.
Zoals zo vaak staan er auto’s geparkeerd midden in de smalle straatjes. Ik kan er nog net langs. Plots verschijnt er een man van de tegengestelde richting. Terwijl hij fietst zwaait-ie vrolijk naar boven, zonder oog te hebben voor ‘t tegemoetkomend verkeer. & Ondanks dat wil hij ook over ‘t smalle reepje weg dat de auto ons overlaat. Ik schiet nog net langs ‘m; hij slaat tegen de auto; we remmen beiden een meter voorbij onze ontmoeting.
‘Kan je nou niet ff uitkijken?’ zeg ik tegen ‘m.
‘Ah man, jij scheurt opeens hier langs. Hoe wil je dat ik dan op jou let?’
‘Ik reed heel rustig. Jij lette gewoon niet op.’

De aggressie is terug. Onrechtvaardigheid lijkt vandaag troef. De man blijft me afblaffen, terwijl hij fout gehandeld heeft.

Ik heb ff geen zin in de grote stad. Waar je rechtvaardigheid haalt door er groot & breed uit te zien, waar je vriendjes moet hebben die net zo vals zijn als jij, waar je een grote bek moet hebben om geen klappen te krijgen, of anders heel snel uit de voeten kunt.

‘t Wordt dringend geadviseerd geen pogingen te ondernemen Zijperspace te benaderen.

plat

‘Wat? Is dat allemaal voor de duiven?’ vraag ik verbaasd aan Jeffrey. Tegelijkertijd aan Max, want die heeft Jeffrey op sleeptouw genomen tijdens z’n vakantie.
‘Iedereen gaat op vakantie, van de kinderen van Jeugdland. De 1 gaat naar Kroatië, de ander naar Korea. Jeffrey mag niet verder weg dan ‘t Oosterpark. Tenzij ik ‘m meeneem. Ik wilde ‘m volgende week meenemen naar Antwerpen. Je weet wel, dan heb ik daar een xpositie. Z’n moeder vond ‘t goed. Maar z’n vader wilde ‘t absoluut niet hebben.’

Ze hebben 4½ kilo surinaamse rijst gekocht. Voor de duiven op de Dam.
‘Duiven, dat zijn de ratten van Amsterdam,’ zeg ik tegen Jeffrey.
‘Ja, da’s waar,’ beaamt Max. ‘Ze brengen heel veel ziektes over.’
”t Is druk op de Dam,’ zegt Jeffrey. ‘Er staat een onwijs grote groep mensen in een cirkel om een man die met vlammen gooit.’
‘Je moet duiven geen rijst geven,’ zeg ik. ‘Dat is veel te goed voor ze. Je moet ze pinda’s geven.’
‘Wat dan?’ vraagt Max.
‘Oh, da’s beter.’
‘Kunnen ze daar niet tegen?’
‘Ja, ze gaan er aan dood. ‘t Vet blijft in hun lichaam hangen, of zoiets.’

Max begint te lachen.
‘Heb ik je dat verhaal van die duif al eens verteld. Ja, dat heb ik je wel verteld. Die duif op de Nieuwe Markt.’
‘Nieuwmarkt!’ verbeter ik ‘m in gedachten. ‘Nee, dat kan ik me in ieder geval niet herinneren.’
‘Hahaha,’ lacht Max. ‘Nee? Zal ik ‘t je dan vertellen?’
Ik ben veel te nieuwsgierig. Kom op, Max, vertel nou.

‘Ik zat daar op de Nieuwe Markt (Nieuwmarkt!). Er waren ontzettend veel duiven op dat moment. & Een auto wilde er langs. Omdat die duiven op de weg zaten te eten van rijst die daar uitgestrooid was, reed die auto xtra langzaam. Heel rustig. Zodat de duiven niet onder z’n auto zouden komen. Af & toe maakte hij een kleine beweging om ze nog een beetje te ontwijken. & Omstebeurt vlogen ze op. Om ff later weer op dezelfde plek verder te eten, als de auto verder was.
‘1 Duif zat rustig verder te eten. Die had niks door. Totdat-ie opeens merkte dat-ie tussen de 2 voorwielen zat. Onder de wagen was-ie al. Toen schrok die duif. Hij wipte ff opzij, een klein stukje. Gewoon van de schrik. Maar toen zat-ie precies in de lijn van ‘t achterwiel. & Terwijl die auto rustig verder reed, kwam de staart van de duif onder dat achterwiel. & Die auto reed heel langzaam. Die duif kon niet meer weg. ‘t Was ‘t geluid van een lucifersdoosje dat je platstampt. Kraaaaaakkkkkk. Zo’n dof geluid.’
Max begint weer te lachen.
‘Ik gierde ‘t uit. Hahahahaha.’
”t Gebeurde terwijl je ernaar zat te kijken?’
‘Ja, hahahahaha, een seconden later was-ie zo plat als een dubbeltje. ‘t Kwam doordat z’n staart was vast blijven zitten. & Hij had niet moeten schrikken. ‘t Was zo’n stom gezicht. ‘t Was echt net een lucifersdoosje.’

Men kent ‘t geluid van lucifersdoosjes in Zijperspace.

pelgrimage

Ik ben verliefd op een sambal. Ik heb al enkele weken de neiging om dat rond te spuien. Maar ‘t klinkt zo raar. Ik zou beter kunnen zeggen dat ik verslingerd ben aan een sambal. Wellicht dat dat beter overkomt. ‘t Dekt echter de lading niet. Ik ben gewoon verliefd. Een dergelijke liefde voor een levensmiddel heb ik nooit eerder meegemaakt.

Niet dat ik ‘t overal mee naartoe neem. ‘t Blijft gewoon thuis staan. Veilig in m’n koelkast. M’n sleutel van ‘t huis steek ik in m’n broekzak. Die komt er niet meer uit tot ik weer thuiskom. Ik ben als een jaloerse echtgenoot. Daarom heb ik ook meteen alle potten opgekocht die bij ‘t toko verkrijgbaar waren. 2 Waren dat er.

M’n moeder zei dat ‘t slecht voor m’n maag was. & Anders wel m’n darmen. Ik had toch zulke gevoelige darmen? Kwam allemaal door de sambal. Ze was niet de enige die dat zei.
& Waarom leven die indische mensen dan evengoed best wel lang? & De surinamers? Vroeg ik me af, terwijl ‘t commentaar zich opstapelde, waar ik me niks van aantrok. Ik hield nou 1maal van die hete smaak. Zogauw je aan sambal begonnen bent, raak je er aan verslaafd, wist ik. Ik in ieder geval wel. Bij elke hap warme maaltijd moest er een mespuntje sambal mee naar binnen. Anders was ‘t genot niet kompleet. Een maaltijd zonder sambal was als bier bereid zonder hop. Of de paus zonder geloof.

Sambal peteh
Ergepe
Singelsteeg 4
Tel: 030-2318315
Utrecht

Ik heb ooit een pelgrimage ondernomen naar brouwerij Achouffe in de belgische Ardennen. Lang geleden. Ze bestonden nog maar net een jaar. ‘t Was uiteindelijk een wandeling van slechts 10 km, vanaf de plek waar we bivakkeerden, maar ‘t was een pelgrimage. We waren helemaal devoot toen we er aankwamen. We hebben foto’s genomen & een fles La Chouffe gekocht die nog niet uitgerijpt was. Zo diep ging onze bewondering voor ‘t bier. & Nog wel dieper.

Datzelfde gevoel heb ik met deze sambal. Ik moet zeggen: ik ben verliefd. Dat beweerde ik daarnet, dus dat moet ik dan maar volhouden. Sambal Peteh. Gekocht bij m’n vaste toko. Ik ga niet vertellen welke. ‘t Is niet dicht bij me in de buurt; ik moet er 10 minuten voor fietsen. Voor iemand die in de plaats woont waar ‘t verkrijgbaar is, staat dat ong gelijk aan een pelgrimage.

Ooit neem ik nog een keertje vakantie. Dan neem ik de trein naar Utrecht. Ergens op ‘t station werp ik een blik op een overzichtskaart, de plattegrond van Utrecht. Waarna ik op zoek ga naar de Singelsteeg. Lopend. Ik denk dat ik dan een pot sambal als aandenken mee terugneem. Ik kan er ook 2 meenemen. Geef ik er 1tje kado aan iemand die mij dierbaar is. Dan ga ik daar ‘ns een keertje eten.

Men is in de vakantie-stemming in Zijperspace.

dankbaarheid

Als ik iets in m’n tuin tolereer, iets waarvan ik niet weet wat ‘t is, vind ik dat ‘t zich uit dankbaarheid best welig kan manifesteren. Vooral ook als ‘t al hoog boven de rest van de tuin uit torent. & ‘t Zich ten doel heeft gesteld ‘t centrum van ‘t groen te worden.
Dat is die 4 toortsen in ‘t midden van m’n tuin gelukt. Met slechts een enkel roze bloempje sinds een paar dagen. In dat laatste ben ik teleurgesteld.
Ik zou niet weten hoe ik de planten moet noemen. Ik ben eerlijk gezegd ook te lui om dat in een plantengids uit te zoeken. In ‘t begin van de lente begonnen ze plots te groeien. Enkele staken kwamen uit de grond. De hoeveelheid staken vond ik ietwat overdreven, dus heb ik er een 5-tal verwijderd. Misschien wel meer. Ik dacht: ik tolereer ze, totdat ze zich misdragen.
Vooralsnog niet. Maar ik vind wel dat ze wat meer weelderigheid kunnen uitdragen. De zomer is al enkele weken op gang & ze vertonen, op dat enkele bloempje na, slechts groen. Wat moeten m’n bovenburen wel niet denken.
‘Hé, die tuin van de buurman, die is helemaal groen. Vooral daar in ‘t midden.’

Dan zien ze dus niet de padden, die onopvallend door m’n tuin heen hupsen. De 1 nog kleiner dan de ander. De kleinsten hupsen achter moeders aan, denk ik. Die zijn ook niet groter dan ‘t puntje van m’n pink. De pink van toen ik 12 jaar was, zeg maar.
Ik moet echt opletten, wil ik ze zien. ‘t Is net alsof er een windzucht de bladeren ff optilt, maar dat blijkt dan ‘t padje te zijn die op een blaadje is gaan zitten, argwanend omkijkend wat ik van plan ben met ze te gaan doen.
Ik ben allang tevreden met de familie Pad. Ik trap tenminste niet op ze. Hoef daar ook niet bang voor te zijn. Als ik ‘t doe, dan voel ik ‘t waarschijnlijk ook niet. ‘t Had net zo goed een blaadje kunnen zijn. Zo klein zijn ze.

De slak die ik van de week doodtrapte voelde ik wel. Gelukkig was ‘t niet een naakte, want dan had ik niet naar de onderkant van m’n schoenen durven kijken. Des te meer ik van die naaktslakken zie, des te meer kriebels ik van ze krijg. ‘t Is inmiddels zo’n woestenij in m’n tuin, dat ik ‘t pad bijna niet meer kan zien. Terwijl ik dat toch graag zou willen, want dan kan ik tenminste zien of een naaktslak zich daar bevindt. Ik gooi nl nog steeds liever zout over ze heen, dan dat ik ze met m’n schoenen verpulver.
‘t Verhaal van die andere slak: ik was de was aan ‘t ophangen. Leek me lekker ‘t tussen al dat groen te hangen. Er zouden zich vast geuren aan m’n kleren gaan hechten. Daar dacht ik aan, toen ik plots ‘krak’ onder m’n voeten uit hoorde komen. Dat was ‘t huis van de slak. Zo’n slak kan niet leven zonder huis. Heeft deze slak waarschijnlijk ook niet lang meer gedaan.

Ik vind dat die 4 toortsen snel verder moeten gaan bloeien. Ik heb hun zinloze aanwezigheid lang genoeg getolereerd. Uren heb ik aan de tuin besteed, misschien wel dagen. Daar wil ik op een gegeven moment ook iets voor terug. Zeker als je jezelf niet hebt voorgesteld, maar er plots gewoon was. Een beetje dankbaarheid tonen, dat heeft nog niemand kwaad gedaan, zei m’n oma altijd. Maar dan had ik de toffee al in m’n mond.

Zijperspace hoort meer te zijn dan groen alleen.

opname

‘I see him every day. Every time I pass by, he’s there.’
‘He’s the guy who just entered the shop?’
‘No, no. He’s about this tall. His teeth are going wrong. And he’s got blond hair.’

Ik heb m’n voice recorder aangezet op ‘t moment dat ik dacht dat Joe een interessant onderwerp had. Dat wilde ik ook ‘ns uitproberen. Kijken of ‘t op zou vallen, want ik moet toch dat ding uit m’n broekzak halen. Vervolgens klinkt er een piepje als ik de record-knop indruk.
Ik hoor ‘t niet, waarschijnlijk omdat ik bij de kassa sta. & Joe gaat gewoon door met z’n verhaal. Hij heeft de piep dus ook niet gehoord. Hij vertelt over de man die ‘m uitgenodigd heeft mee te gaan inbreken.

‘I told my daughter about it,’ gaat Joe verder.
Ik ben druk bezig de opname af te luisteren. Dit zinnetje had ik niet gehoord tijdens ‘t gesprek.
‘You just look like a burglar,’ zeg ik.
We lachen allebei.
Ik hoor mezelf handelingen doen op de kassa, waardoor Joe minder goed te verstaan is. Nog steeds praat-ie over de man die wilde dat hij zou helpen inbreken. & Joe vertelt daarna over de homo die wel ff zou zorgen dat hij uit z’n problemen zou raken.
‘He had a hand of touching me all the time. He’s gay, you know. He came straight out and told me. He said: “Forgive me for touching you all the time.” And I said: “I don’t care. As long as you don’t try.” He was nice, but I didn’t want him to touch me in a way I didn’t want.’

‘t Is alsof ik naar een radio-documentaire luister. Ik heb ‘t zelf meegemaakt, maar doordat ik ‘t opgenomen heb lijkt ‘t gesprek opeens veel rijker.

Een verhaal over Zijperspace zit er echter niet in.

belevenis

Ik beleef ook niet zoveel. Dat wil me maar niet lukken, veel beleven. Lang geleden wel, zou je kunnen zeggen, toen er altijd wat aan de hand was. Ik wist alleen nooit met wie er wat aan de hand was. Achteraf bleek altijd weer dat dat met mij was. Niemand die me iets vertelde. Ik moest er zelf achter komen.
Je zou kunnen zeggen dat wat ik beleef vooral in boeken staat. Wat er nog niet in staat voeg ik er hier aan toe. Dat blaas ik een beetje op. Zodat ‘t nog wat lijkt. Iemand moet ‘t doen, zeg ik altijd maar.

Die vliegen die vandaag buiten onder m’n waslijn aan ‘t rondcirkelen zijn, die maken volgens mij ook niks mee. Ze moeten er iets van maken, & daarom vliegen ze maar de hele tijd ‘tzelfde rondje razendsnel. Met plotse wendingen, zodat ze de hele tijd hun leefwereld van een andere hoek kunnen bekijken. Ze moeten wat, denken ze blijkbaar. Als zij een weblog of dagboek zouden moeten bijhouden, zouden ze ‘t waarschijnlijk de hele tijd hebben over de hoeken die ze gemaakt hebben. Of hoe ze die andere vlieg met fascinatie voor waslijnen ternauwernood hebben kunnen ontwijken.
‘Vandaag heb ik een hoek van 136° gemaakt, waarna ik de waslijn van dat mensgedrocht (hij loopt er steeds onderdoor, waardoor ik m’n rondjes moet onderbreken) met een onwerkelijke glans kon bewonderen.’
Da’s dan ‘t vliegenverhaal. Hij leeft niet zo lang, maakt niet zo veel mee. Maar wat-ie meemaakt, beleeft-ie intensief.

Net als Stephen Hawking. Die beleefde ook niet zoveel, zonder bewegingen, zonder mogelijkheid om te praten. Dus ging hij maar dingen buiten z’n eigen universum beleven. & Goed over die belevenissen nadenken. Hij had er de tijd voor. Bij gebrek aan avonturen in vreemde oorden.
Stel je voor dat Stephen Hawking wel naar ‘t Himalaya-gebergte kon. Om avonturen te beleven. Zuurstof-apparatuur gebruikte om boven op de top te komen & vervolgens over kms gletsjers naar beneden zou glijden. Dan was de ruimte niet zoals wij nu denken dat-ie is.
Hoewel er altijd andere mensen opstaan die niet zoveel meemaken. Die maken dan de ruimte weer een andere ruimte. Als ze tenminste goed zijn in ‘t er dik bovenop leggen.

Uiteindelijk wordt Zijperspace misschien wel de echte ruimte.

bloot

Ik weet allang niet meer hoe ze heette. ‘t Is al 12 jaar geleden. Ik heb ‘r alleen maar tijdens de Intree-week van de universiteit gekend. & Een paar weken daarna. Maar toen ze vertelde dat ze een kamer op een zolder bewoonde, waar ze desnoods de hele dag in haar blootje rondliep, is ze opgeslagen in m’n geheugen.

Dat wilde ik ook wel. Naast in haar appartement aanwezig zijn op ‘t moment dat ze die neiging had, wilde ik ook wel de vrijheid hebben naakt rond te lopen in m’n eigen huis. Zonder dat iemand ‘t zou zien.
Sommige mensen vinden ‘t leuk om ‘t te doen als anderen ‘t juist wel zien, maar dat hoeft niet voor mij. Ik woonde nog maar net op de Albert Cuyp, toen m’n overbuurvrouw dat soort gedrag tentoonspreidde. ‘t Was een zondagochtend & zij had blijkbaar net een leuke nacht met haar gezelschap gehad, getuige de ontspannen wijze waarop zij beiden zich door de kamer begaven. ‘t Zou ook kunnen dat ‘t zijn huis was, want hij deed op een gegeven moment toch iets voor de ramen. & Haar gezicht, laat staan de rest van haar lichaam, heb ik niet meer gezien. Reken maar dat ik haar herkend zou hebben.

Van mij hoeft dat dus niet zo. Ik vind ‘t niet leuk als andere mensen er aanstoot aan kunnen geven. De vrijheid is heerlijk, maar ‘t moet niet belemmerd worden door de gedachte dat anderen genoeglijk of geschokt mee zitten kijken. Bij mij thuis kan niemand buiten zien wat zich binnen afspeelt. Aan de voorkant heb ik m’n gordijnen bijna altijd dicht; de achterkant hoef ik slechts ½ af te sluiten om zeker te weten dat niemand me kan zien.
Nou moet men niet denken dat ik hele dagen, al m’n vrije tijd naakt in m’n huis doorbreng. ‘t Is slechts dat die mogelijkheid er is. Ik sta ‘s ochtends op & trek nog niet meteen m’n kleren aan. Dat is ‘t eigenlijk. Binnen 5 minuten is dat wel ‘t geval, want dan heb ik trek in thee. Daarvoor moet ik in de keuken zijn. Waar geen gordijnen hangen. ‘t Is gewoon dat ‘t prettig is dat ik de mogelijkheid heb. Als ik de hele dag in een stom t-shirtje wil lopen, kan dat ook (totdat ik de straat op ga, want ik ga natuurlijk niet buiten rondlopen met stomme t-shirtjes).

Er zijn schilders aan m’n huis aan de voorkant bezig. Daarnet vroeg 1tje of ik de ramen schuin open wilde zetten. ‘t Zijn van die kantelramen. Dan kon-ie tenminste goed z’n werk doen. Vorige week dacht ik nog dat ‘t een buitenlander was, maar dat was blijkbaar op een moment dat ik ‘m overviel met een vraag. Hij kwam toen niet goed uit z’n woorden. Nu sprak-ie opeens vloeiend nederlands. Dus ik begreep wat-ie bedoelde.
‘t Betekent wel dat nu m’n gordijnen open staan aan de voorkant. ‘t Betekent eigenlijk dat alles open staat, kan niet anders vanwege de tocht. Je kan nu door ‘t voorruit mij in de tuin zien zitten. Daar zit ik nl een boek te lezen. Met al m’n kleren aan, wel te verstaan.

Een vriendin had een keer dezelfde neiging als de overbuurvrouw op de Albert Cuyp. Na een heerlijke nacht gooide zij gewoon de gordijnen open. Terwijl ze net uit bed kwam stappen.
‘Hé, iedereen kan je zien,’ zei ik.
Ik moet toegeven, ‘t was een heerlijk gezicht om haar te zien. Ik kon er zelf ook geen genoeg van krijgen. Misschien was ‘t ook wel een bepaalde mate van jaloezie dat ik haar aanblik nu ook met anderen aan de overkant moest delen.
‘Ach, dat kan me na zo’n nacht niet zoveel schelen,’ zei ze.
Dat vond ik dan weer heel vleiend.

Toch voel ik me niet geheel op m’n gemak in een open Zijperspace.