Cursus Lijfloggen, Deel 14

Drink!

Men had natuurlijk geen ander onderwerp kunnen verwachten op gegeven moment van iemand wiens werkend leven plaatsvindt te midden van grote hoeveelheden alcoholische versnaperingen, van ’t soort bier met name.
Ik schrijf deze aanhef in de middag waarop het jaarlijkse Bockbierfestival weer zijn aanvang zal hebben, vrijdag de 29e oktober. Zodadelijk zal ik mij richting bekendmaking van ‘Het lekkerste bockbier van 2004’ begeven, waarna ik me zal spoeden richting ‘brouwersuurtje’, dat aan het daadwerkelijke festival in de Beurs van Berlage voorafgaat en speciaal bedoeld is voor mensen die in de bierwereld werkzaam zijn.

Ik zal in de Beurs blijven tot ik mij zal realiseren dat de bereikte staat van laveloosheid me zal dwingen de volgende ochtend een te grote hoeveelheid aan herstellende middelen tot me te nemen, waarop ik in deze bedenkelijke hoedanigheid mijn fiets zal zoeken en me richting huis zal begeven.

Voordat het zover is, zal ik drinken. Mijn lichaam zal ik gestaag vol gieten met bockbieren van diverse komaf, mijn hoofd benevelen door de alcoholische waarden die het vocht herbergt, waardoor mijn vermeende deskundigheid op het gebied van het donkere gerstenat op gegeven moment niet verder zal reiken dan de uitspraken ‘dat vond ik wel lekker’ en ‘die vond ik vies’. Ik zal expert met de experts zijn, oordeelkundig onder de oordeelkundigen, genieten gelijk de andere liefhebbers. En zeker op de wijze waarop ik mij richting huis zal begeven zal ik gelijkgeschakeld zijn aan al die andere innemers.

Mijn evenwichtsorgaan zal rond het moment dat ik de Beurs van Berlage zal verlaten redelijk aangetast zijn. Weliswaar tijdelijk, maar gezien het feit dat ik enkele kilometers zal moeten afleggen, vooraleer ik mijn bedstee zal bereiken, zou dat zonder enige oplettendheid verstrekkende gevolgen kunnen hebben. Het zal veel van mij vergen nog enigszins een benevelde concentratie te bewerkstelligen, wil ik niet meer organen, dan wel ledematen, tot mindere prestaties veroordelen. Dus niet tegen het verkeer in rijden, geen ruzie maken met toeristen die over het fietspad flaneren, me niets aantrekken van de capriolen die de gemiddelde Amsterdamse taxichauffeur gewend is uit te halen, pogen recht te blijven rijden en vooral bedenken dat ik in enkele minuten voor de laatste maal deze avond in een mij gewend exemplaar van sanitaire voorzieningen mijn blaas mag lozen. Rust zal zich spoedig over mijn lichaam uitspreiden als ’t dekbed dat eerst een ietwat uitgeklopt langzaam over mij heen zal dalen.

Zou ik mij nuchter door het verkeer spoeden, ik zou me heel anders gedragen. Minder verlangend naar het toilet, minder naar de rust van het bed, minder met het besef dat de straat golvingen vertoont, die mij op onverwachte plekken uit mijn evenwicht proberen te brengen.

Uit ervaring weet ik echter dat de weg dezelfde zal zijn. Maar bovenal weet ik dat mijn in m’n hoofd gesitueerde automatische piloot mij door de stadsjungle huiswaarts zal loodsen. Mochten er zich vreemde dingen voordoen, dan zal dat deeltje van mijn geheugen die deze herinnering herbergt gedurende de nacht gewist worden. Zeker naarmate deze voorvallen zich meer richting einde van de avond zullen voordoen, zal deze delete-functie van mijn hersenen efficiënter te werk gaan. Een beschermingsmechanisme, dat extra geaccentueerd wordt, meer resultaat bewerkstelligt, naarmate er meer drank mijn lichaam in is gevloeid. Het zorgt ervoor dat ik bepaalde mensen zonder gewetenswroeging of schaamrood op de kaken de volgende dag weer aan kan kijken. Bovenal heeft het tot resultaat dat ik nietsvermoedend en onbekommerd mijn hoofd te ruste zal leggen en de slaap der onschuldigen zal beleven.

Aangezien het op het moment van schrijven nog niet zover is, mij bovendien het niet al te optimistische vooruitzicht voor ogen staat dat ik ’s zondags niet meer in staat zal zijn de juiste toetsen te bewegen die horen bij de zinnen die een aflevering van de cursus Lijfloggen zouden moeten representeren, ik daarnevens het angstige vermoeden heb dat ik dan geheel geen zin meer zal hebben in welke activiteit van schrijven, bewegen of denken dan ook, heb ik besloten het op deze o zo zonnige en de toekomst welgemoed toelachende vrijdag te wagen u voor te spiegelen wat mijn lichaam de komende 2 dagen te wachten staat.

Het zal het zichzelf niet in dank afnemen.

Huiswerk: Ga volgend jaar ook naar het Bockbierfestival, maar bedenk alvast wat het tot gevolg kan hebben.

(Deel 0 staat hier, als introductie op wat ik 50 afleveringen lang heb volgehouden te schrijven voor ‘t weblogmagazine about:blank, maar verloren werd gewaand. Deel 1, Deel 3  [daar kan je ook lezen wat er aan de hand is met Deel 2], Deel 4, Deel 5, Deel 6, Deel 7, Deel 8, Deel 9, Deel 10, Deel 11, Deel 12 & Deel 13 zijn reeds herverschenen alhier. De komende tijd zal ik de rest van ‘t materiaal dat ik ondertussen geheel heb teruggevonden alsnog hier gaan publiceren.)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *